De lucht is strak blauw en de zon schijnt uit volle borst. Ik zit in de schuur, die van meerdere kanten open is. Een licht, zacht en warm briesje weet mij af en toe te bereiken. Het is warm en op de achtergrond hoor ik het gezoem van de duizenden bijtjes uit de bijenkorf. We hebben bijen en wel 2 volken dit jaar. Het vogeltje dat heen en weer vliegt, tjilp op een leuke, vrolijke manier, alsof het zachtjes zijn snaveltje, bekje klappert. Het actieve vogeltje, waar 2 exemplaren van bestaan, vult de leegte op in de grote schuur. Ergens, hoog tussen de balken zullen ze een nesje hebben.

Precies 14 dagen ben ik op de camping aanwezig geweest en heb ik gewerkt, in de hitte van de dag en de koud van de nacht, met onregelmatige werktijden. Het was leuk en het was zwaar. 6 tot 8 uren stappen met glazen en bladen voor klanten en hun bestellingen. Er was geen einde, totdat de deuren gesloten werden, de bezoekers hun laatste drankjes konden bestellen en we vervolgens aan de grote schoonmaak konden beginnen. Te veel vraag, te weinig handen, pieken en dalen, maar soms was het niets meer dan dweilen met de kraan open, waarbij ieder zijn eigen hoofd boven water probeerde te houden.
Ik heb intens genoten en gelachen, van de kans, het werk en mijn collega’s, het team. Ik heb het geprobeerd om door te gaan, na iedere dienst weer, na boosheid, verdriet, woede en tranen, tranen van uitputting en van de signalen die mijn lichaam mij doorgaven. Het sprak mij tegen in wat ik deed, wilde doen en bereiken. Eenzame nachten, waarin de andere nog even gingen feesten of wat gingen drinken als ik niet meer kon, maar wel mee wilde, terwijl ik ook zo dankbaar was als ik eindelijk in bed lag.
Nu, inmiddels een paar dagen later, waarop een dag dat de regendruppels de hemel verlaten en ik mij niet veel anders voel dat de weersomstandigheid zelf, wil ik er het liefst niet meer aan toe geven. Ik sta op, maak me klaar voor de dag, begin, maar als ik even zit na een activiteit, kan ik niet anders dan slapen… Slapen, rusten en slapen, uurtjes achter elkaar.
Ik denk dat ik dat gevoel ben kwijtgeraakt, maar misschien juist onbewust en met opzet ook wel niet en is het juist goed, want ik ben niet ziek, maar ijzersterk, leergierig, nieuwsgierig, ontdekkend en ongelimiteerd in mijn koppie, op pad met zoveel lust naar meer, maar met een lichaam die mij af en toe terug weet te roepen, waar ik soms van baal en voor vrees! Het is afkicken! Zelf leven en een ritme zoeken ipv geleefd te worden. Ik wil doorgaan, maar wat heb ik het eigenlijk goed nu!

Nienke