Ik lig op bed, dwarsover. Mijn voeten met schoenen hangen buitenboord. Ze hadden het koud en omdat ik vandaag niet had gedacht aan warme, wollige sokken is dit nu het resultaat. Het is het net niet. Een grote mok thee, bergen van dekens en jah, die geitenwollen sokken. Het scenario is niet compleet.

Wel ligt er een bananenschil, het boek “Au revoir” van Martin bril en een schrift. Het “krachtvoer” is naar binnen, het idee ligt er, wat literatuur is genutigd en ik ben klaar voor vertrek. Nog even verzamel ik de moed en leg ik mijzelf te rusten.

Nee, ik maak mijzelf niet van kant en ben het ook niet van plan, want ik bruis, diep van binnen dan. Ik laat mijn borst zakken en neerdalen op het matras, waarna ik mijn hoofd ook zachtjes besluit neer te leggen. Heerlijk dit, niets moeten, alles mogen, want tevens ook een groot valkuil kan zijn.

Ik luister naar het leven boven. Het is muziek van mijn bleke, wat verouderende, toch wel een beetje enge bovenbuurman, omdat ik zijn profiel niet zo goed weet te schetsen. Wat hij doet en waartoe hij in staat is met zijn onbekende persoonlijkheid is mij een raadsel, wat ik ook maar zo houd.

Inmiddels is het al bijna kwart voor 4. De banaan, de twee paracetamol, de zelfgemaakte chocolademelk en alles wat ik hiervoor gegeten en gedronken heb, blijken niet het gewenste resultaat te hebben. Waar (en wat) is dat krachtvoer voor mijn lijf dat ik nodig heb? Mijn vriend komt met een foto opzetten. Hij is welliswaar niet bij mij, maar met social media toch dichtbij. Een oliebol! Het water loopt me in de mond. Ik besluit om er nu echt vandoor te gaan, want in het centrum van de stad staat een oliebollenkraam!

Nienke