Dikke, grijze plakkaten bedekken de hemel. De scherpe zon steekt en prikt er af en toe doorheen, wat voor een oogverblindend effect zorgt. Mijn zwarte, luchtige shortje en topje heb ik verruild voor spijkerbroek en gestreept truitje. Zal de herfst nu echt gaan doorbreken na al deze prachtige nazomer dagen? Stiekem hoop ik van wel, want het (zon)licht brandt en doet mijn huid kleuren als een kameleon, in niet alle gewenste kleuren, maar slechts één, die weer onderverdeeld kan worden in gradaties van kleurintensiteit en bijbehorende gevoeligheid. Ik vervel en hopelijk is dat voor nu even de laatste hagedisperiode van dit seizoen. 

Ik zit in de trein en ik vergeet bijna dat het vrijdag is als de trein geheel volloopt met mensen die het weekend tegemoet gaan. Ik verlang naar huis, een warm thuis, gezelligheid en meer, maar eerst slapen, eten en liggen of misschien eerst dat tweede; eten.

Mijn hoofd lijkt leeg en rustig, net als mijn lichaam. Een lichte hoofdpijn dat mijn hersenen in doet krimpen en aangeeft dat het in ieder geval voor nu genoeg is geweest. Niet eerder hebben doordeweekse werkdagen zoveel met mij gedaan als voorheen, niet door studie of werk, maar juist door dat niet te hebben, wel te willen en verlangen, maar niet te kunnen onder de voorwaarden en grenzen die mijn lichaam mij opgeven. 

Nienke