The comeback

/ July 7, 2019

“Wat uit is, wordt ooit weer in”

God, wat was ik blij met mijn eerste mommy jeans, wat tevens mijn eerste broek van spijker – ever – was. Met omgeslagen pijpen trotseerde ik trots de woonkamer. Hij was te groot, maar geweldig en – hey, ik wilde echt niet dat ik er in een paar maanden uitgegroeid was – ! Er popt een foto op uit mijn geheugen: een stoere chick van 8 met een stofzuigerstang die boven haar uitstak. Tijden waarin ik mama helpen in het huishouden leuk vond.

Vind maar eens de perfecte jeans, ik vind het moeilijk. Geen poesstring a.u.b. of platgedrukte billen of zo één die niet mee buigt met gebogen knieën, die na 2x wassen enkele maten gegroeid is én ondanks de slim fit, wijkt bij je onderbenen of ongekend strak zit. Who is with me?! The struggle is real, isn’t it? Niemand is een gemiddelde, maar als hij goed zit, is hij tijdloos prachtig! 

Goed, ik dwaal af. De reden waarom ik dit schrijf, is omdat ik mij verbaas, verbaas over die trendy, oversized sportschoenen. Je kunt ze overal mee combineren; je hakken of Dr. Martens kunnen de kast in. Hup, trek aan die witte koelkast set, maar ik moet eerlijk zeggen… Misschien vind ik ouderwetse klompen nog aandoenlijker onder een mooi, charmant zomerjurkje.

Enfin, het gaat er niet om wat trendy is, maar dat het mooi afkleed en goed zit. Desalniettemin, the fever is real of misschien, nu ik dit schrijf, heeft het zijn hoogte punt al lang bereikt en is het bezig aan zijn cooling down, on his road to – de schoenendoos -, maar eerlijk is eerlijk, over smaak valt niet te twisten. Best funky is het echter wel, maar aantrekken; nooit!

Tell me: Did you get the fever of – the dad sneaker -, yay or nay?

De camping experience

/ September 6, 2017

Nou, daar zatten we dan! Hij stond! Dit moest even gedeeld worden. Twee vrolijke koppies met een splinternieuwe tent op de achtergrond, geplaatst onder een mooie, grote eikenboom, die ons zou moeten beschermen tegen de ochtendzon. Vriendlief en ik op de camping. Goh, maar wat was het warm, benauwd warm. De twee stoelen waren uitgeklapt en de gekoelde Martini werd tevoorschijn getoverd. Snakkend naar koelte nuttigden we een glaasje genot, nog wat ongemakkelijk zittend voor onze tent.

Mijn vriend had het eerder door. De mooie, grote eikenboom bleek het één en ander te bevatten. Iets dat te hoog was om te plukken dus liet de boom het uit alle vriendelijkheid maar vallen, eikels! Kogels waren het! Grote knallen wanneer ze op de grond belandden.

We bevonden ons op het wilde stuk van de camping, wat enigszins gecultiveerd was; geen lange grassprieten, slechts enkele looppaden en een klein aangelegd meertje met wat levende eenden erin. Deze waren er hoogstwaarschijnlijk ingezet, terwijl het gehele terrein het huis bleek te zijn van een ontelbaar hoeveelheid mier, wat, in dit geval, zeker niet met opzet gedaan zou zijn.

De receptie had op de dag van aankomst geen plek voor mijn medicijnen. Na een half uur met mijn koelwaar aan de balie te hebben gestaan, mocht ik voor 1 nacht gebruik maken van een koelkast in een bungalow, die zich op 10 min lopen van mijn tent bevond.

Een kleine, fijne, mini barbecue. Rosé met romatisch kaarslicht. Een nacht die valt en aangenaam verfrissend is. Buren die al eerder liggen, een avond samen genieten met duizend en één mosquitos!
Ik was er al bang voor. Het was dat ondiepe gecultiveerde meertje, de broedplaats van dit bloeddorstige wezen dat smulde van al die aanwezige kampeerders. Het bed maar in gedoken, maar veel had ik niet geslapen. Bij ontwaken zie ik vele zonnestralen de tent raken. Zon?! We stonden toch onder een hele grote boom?! Moe en verhit verliet ik de tent.

Tussen droom & daad

/ July 13, 2017

De laatste dag dat ik schreef, weet ik niet meer. Het was ergens in de winter. Nu, inmiddels maanden later, laat ik mijn vingers glijden, over de toetsen die ik probeer te raken. Ik vind het moeilijk. Wat heb ik aan jullie te vertellen? Ik heb geen baan als ieder ander. Ik heb mijzelf en een lichaam om gezond te houden. Ik lever geen strijd op de werkvloer, voor geld en een carrière. Ik strijd tegen ziekmakers in mijn longen, die mij beperken in wat mijn geest met mijn lichaam zou willen kunnen.

Strijden, meedoen met ieder ander, zo vaak heb ik mijzelf proberen te bewijzen, het geprobeerd, maar mijn lichaam heeft het mij vaak genoeg laten weten, het laten afweten als anderen doorgingen. Jou weg is niet die van mij, maar dat betekent niet dat mijn “carrière” inferieur is aan dat van een ander met een gezond lijf.

De afgelopen maanden heb ik gezocht. Ik heb gezocht naar iets dat mij uitdaagt, naar iets dat naar meer smaakt. De vraag is alleen; hoe houd ik een hobby levend, zonder collega’s of medestudenten, niet samen, maar vanuit mijn woonkamer, alleen? Ik wil naar buiten, maar wat als je energieniveau daar lang niet altijd toereikend voor is en die stok achter de deur nergens te bekennen is?

Dromen en daden, twee verschillende planeten. Hoe kan ik deze ooit met elkaar verbinden? Voordat ik het mogelijk kan maken, moet ik eerst een ufo bouwen. Ik schrik van de gedachte, terwijl het aan mij is om de grootte tussen deze twee planeten te bepalen. Niemand kan in een keer de overstap maken. De kleine stapjes zijn van grote waarde. Hoe klein die stapjes ook zijn, voor mij kunnen ze heel moeilijk te nemen zijn, door mijn lichamelijke beperking of juist als duizendpoot zijnde, mijn vele interesses die aandacht eisen. Welk pootje zal ik als captain benoemen en de koers laten bepalen? Ik stel mij deze vraag niet meer elke morgen. Eén route zal ik niet bevaren, slechts een botsing met mijn duizend en een pootjes heb ik de laatste tijd ervaren.

Ik word geen lerares of cocktailshaker. Ik neem geen ongelukkig makend baantje meer aan. Ik wil niet meer over mijn grenzen gaan, omdat ik mij schuldig voel en wil werken op die kostbare momenten dat ik het wel lichamelijk denk te kunnen.

Erotheek

/ January 5, 2017

Keurig werkte ik de adressenlijst af. Ik had er inmiddels al bijna 2 uur opzitten en langzaam werd de onbekende grote stad mij wat minder vreemd dan dat het mijn hele leven was geweest. Op een paar kroegen en feestcafé’s na, die ik overigens het meest “recent” bezocht had, op het museum, het filmhuis en de faculteit der letteren na, die ik daarvoor als puber en beginnende student betreden had, was dit voor mij alles waar deze grote stad uit bestond. Tuurlijk, het heeft meer, veel meer te bieden en te ontdekken, maar ondanks dat deze stad een directe buurman en een vergrotende trap is van die van mij, stond deze verrassing, vanuit onwetendheid of misschien wel naïviteit, niet op mijn adreslijst; de erotheek. Bingo, ik had hem gevonden! Student af, hard werkend en ontgroeningsperiode achter mij, betrad ik als een frisse, jonge dame de klein ogende erotheek. “Goedemiddag, zou ik hier wat flyers mogen achterlaten?” De man lacht en vraagt mij of ik wel weet in wat voor winkel ik sta. Ik zeg volmondig ‘JA!’. De muren worden volledig bedekt met erotische attributen. De balie bestaat uit glas, waaronder meer te zien is. De hierop schijnende lampen doen alles opblinken als waar diamantwaardig materiaal. Veel ruimte is er niet voor mijn twee A5 formaat flyers. Ik zou het hele concept naar beneden halen als ik deze hierop zou plaatsen. Of beter gezegd: ik zou het zelfs als storend ervaren. Terwijl ik gericht het balie-gebied bekijk, opzoek naar dat wat ik nodig heb, vraagt de man of ik een dildo wil. Een dildo?! Ik ben even stil en stel mijzelf diezelfde vraag, de vraag die hij mij zojuist stelde. Het antwoord is “Nee”. Wat moet ik daarmee?! Ik geef knipogend antwoord en zeg dat ik daarvoor mijn vriendje heb. Ze lachen, de twee mannen achter de balie, alsof dit extraatje erbij toch fijn kan zijn. Ik denk er niet verder over na en vraag nogmaals om bevestiging voor het plaatsen van de flyers. Eén van het literatuur festival in Den Haag en de ander van het “Doe museum” in Veendam. Ik krijg toestemming, alhoewel ik de belangstelling bij de mannen hier in twijfel trek. Nog voordat ik mijn flyers tevoorschijn kan toveren, krijg ik de volgende vraag. Ga je mee naar de kelder? Kelder?! Antwoord ik verbaasd. Ik ga verder met waar ik mee bezig was en haal snel de flyers uit mijn tas. De vraag-antwoord discussie kabbelt wat voort, zonder enig echt antwoord. Wat heb ik daar te zoeken?! Ik wil het ondergrondse niet bezoeken. Het zal vast niet bestaan, alhoewel er toch een naar buikgevoel ontstaat. Ik leg de flyers neer en wil vriendelijk gedag zeggen en de stap naar buiten zetten. Toch had ik iets niet goed begrepen, want de heer achter de balie zei dat ik nu eerst de kelder moest checken, alvorens te vertrekken. Stomverbaasd liep ik achter de jongste man aan, de oudste van de twee bleef staan, wees mij hem aan, terwijl hij de man was die überhaupt op het kelder idee kwam. Ik gehoorzaam, maar waarom? Kan ik niet meer denken, maar alleen doen? Mijn benen bewegen zich voort, door een poort met rubberen, verticaal, opgehangen stroken. Deze waren niet transparant, zoals bij binnenkomst in het zwembad, waar ik als klein kind voor het eerst leerde zwemmen. Deze waren zo donker en zwart als een diep, onheilspellend gat, wat alarmbellen deed rinkelen en mij een adrenaline shock gaf. Ik weet niet wat ik betreed, maar mijn gevoel zegt meer dan voldoende. Een tweede deur komt aan de orde, waarna een trap naar beneden volgt. Eenmaal beneden zie ik geen hand voor ogen, wat voor een kleine paniek zorgt. Als een waggelend eendje probeer ik al lopend mijn evenwicht te bewaren. De omgeving, waarin ik mij bevind, wordt langzaam zichtbaar. Kleine hokjes, die niet functioneren als pashokjes. Er zijn geen poorten. Heerst hier geen schaamte? Een man kijkt ontspannen om. Naakt, zonder gestoord te lijken in zijn bezigheid, zet hij zijn daad voort. We gaan een hoekje om. De man neemt een woord in zijn mond, waarvan ik de betekenis niet ken. Het is hem blijkbaar duidelijk en hij begint met de uitleg ervan, van dat wat zich in het donker, in deze kamer, schuil houdt. Het is mij duidelijk; je kunt erin hangen en het bestaat uit kettingen enzo. Ik krijg een beeld in mijn hoofd, van een plaatje dat ik ooit op Facebook heb gezien. Smakelijk was het niet, maar langzaam wordt zichtbaar wat de man in handen heeft; een ketting. Alvorens ik de rest kan waarnemen, gaan we naar de volgende kamer. Het is een kamer met deuren, die je voor iets privé’s, alleen of voor twee, kan afhuren. Ik geloof de man op zijn woorden. Het bed in de ruimte kan ik niet zien, maar de reusachtige, gezette man, die plots van links opduikt, wordt naast zijn zichtbaarheid bijna voelbaar. De botsing wordt mij bespaard, maar iets akelig voelbaars wordt door mijn lichaam gejaagd. Ik wil geen contact, niet met de muren en de bijbehorende toebehoren, niet met de mens die zich hier schuil houdt, met niemand niet, behalve mijn vriend. Het is hun trots, zei de mooie, jonge man, terwijl we de verlichte trap op lopen. Terug lopend naar boven, naar de klein ogende ” winkel”, waar ik niets vermoedend zo’n 10 min. geleden een onbekende wereld betrad, komt alles langzaam bij mij binnen. Dat wat zo onschuldig leek, is meer dan een winkel voor een “boeven streek”, voor thuis, elders, alleen of samen. Is dit wat hoort bij een doorsnee erotheek? Is het meer dan wat ik dacht wat het was en in eerste instantie zag? Eenmaal boven vraagt de man of ik morgen ook kom. Iets wat ik vergeet; dit pand is ook in het bezit van een homo en hetereo zaal. Deze heb ik nog niet gezien, maar voor nu en morgen houd ik het voor gezien. Nieuwe beelden schieten door mijn hoofd. Ik wil niet, ik durf niet. Ik begin over mijn vriend die zich (na later zeggen) op de Noordzee bevindt. Neem hem mee, krijg ik als antwoord opgediend, alsof de mogelijkheid zich voordient. Alleen op het feest zal ik niet verschijnen. Bovendien geldt er voor mij op dit vlak maar één ding, dat onbeschrijfelijk mooie, wat ik samen heb en deel met mijn vriend. Toch ben ik blij dat de erotheek bestaat, voor al die mensen, die hier komen en gaan.

Krachtvoer 

/ December 16, 2016

Ik lig op bed, dwarsover. Mijn voeten met schoenen hangen buitenboord. Ze hadden het koud en omdat ik vandaag niet had gedacht aan warme, wollige sokken is dit nu het resultaat. Het is het net niet. Een grote mok thee, bergen van dekens en jah, die geitenwollen sokken. Het scenario is niet compleet.

Wel ligt er een bananenschil, het boek “Au revoir” van Martin bril en een schrift. Het “krachtvoer” is naar binnen, het idee ligt er, wat literatuur is genutigd en ik ben klaar voor vertrek. Nog even verzamel ik de moed en leg ik mijzelf te rusten.

Nee, ik maak mijzelf niet van kant en ben het ook niet van plan, want ik bruis, diep van binnen dan. Ik laat mijn borst zakken en neerdalen op het matras, waarna ik mijn hoofd ook zachtjes besluit neer te leggen. Heerlijk dit, niets moeten, alles mogen, want tevens ook een groot valkuil kan zijn.

Ik luister naar het leven boven. Het is muziek van mijn bleke, wat verouderende, toch wel een beetje enge bovenbuurman, omdat ik zijn profiel niet zo goed weet te schetsen. Wat hij doet en waartoe hij in staat is met zijn onbekende persoonlijkheid is mij een raadsel, wat ik ook maar zo houd.

Inmiddels is het al bijna kwart voor 4. De banaan, de twee paracetamol, de zelfgemaakte chocolademelk en alles wat ik hiervoor gegeten en gedronken heb, blijken niet het gewenste resultaat te hebben. Waar (en wat) is dat krachtvoer voor mijn lijf dat ik nodig heb? Mijn vriend komt met een foto opzetten. Hij is welliswaar niet bij mij, maar met social media toch dichtbij. Een oliebol! Het water loopt me in de mond. Ik besluit om er nu echt vandoor te gaan, want in het centrum van de stad staat een oliebollenkraam!

Mag ik u wat vragen?

/ November 20, 2016

“Mag ik u wat vragen?” Vele gezichten passeren voorbij. Zelden geïnteresseerd, vaak bang en gehaast versnellen zij hun pas of ontwijken zij mijn blik bij hun intreding van de desbetreffende supermarkt, waar ik die dag gedropt ben. “Wat geweldig! (Een persoon stopt en ik kan mijn pitch houden). Ik sta hier samen met mijn collega voor artsen zonder grenzen en vandaag staan wij hier voor kinderen in Congo waar een mazelen epidemie is uitgebroken. Heeft u enig idee hoe duur een vaccin kost om 1 kindje in te enten?” Vaak hebben de mensen het bij het rechte eind, maar het is nooit verkeerd om het even te benadrukken. “Eigenlijk kost het maar 20 cent! Ik vraag u natuurlijk niet om heel Congo in te enten, want dat is veel te veel gevraagd en vrijwel onmogelijk, maar als we allemaal een klein beetje meehelpen, dan kunnen we samen heel veel kinderen helpen. Prachtig niet?” Ik houd mij even stil, totdat de desbetreffende persoon ermee instemt. “Wij als instantie ‘Artsen zonder grenzen’ vinden het belangrijk dat u bepaald met hoeveel en voor hoe lang u ons steunt, omdat niet iedereen altijd evenveel te besteden heeft en ieders mogelijkheid tot steun verschilt. Bent u bereidt om een aantal vaccins te steunen en hiermee een aantal kinderen te redden?” Vaak wordt ik gebombardeerd met tegenwerpingen. “Maar dan zit ik dus ergens aan vast, incasso, maandelijks? Er komt altijd een “Ja, maar…!” En dan is het aan mij om zijn tegenwerping te ontkrachten en de persoon gerust te stellen. “Nee joh, als ik u mag noteren, dan krijgt u dit boekje mee naar huis en kunt u alles nog even rustig nalezen en bedenken met hoeveel en voor hoe lang u ons wilt steunen. Het is heel simpel, wanneer u uw lidmaatschap wilt wijzigingen, opzeggen of aanpassen naar uw wensen en mogelijkheden, dan hoeft u alleen naar dit nummer te bellen, wat slechts 30 sec. werkt is. Ja, maar dat vergeet ik én dat zit ik toch ergens aan vast! U zult van ons een herinnering krijgen en een nieuwsbrief, waarin al het goede werk staat, wat wij verrichten, als u natuurlijk aangeeft deze te willen ontvangen. Ik maak toch liever wat eenmalig over, krijg ik te horen! Waarom hebben jullie eigenlijk geen collectebus, dan zouden jullie waarschijnlijk veel meer ophalen? U heeft gelijk mevrouw/meneer, maar dat doen wij niet meer voor onze veiligheid. Bovendien is het voor ons lastig om projecten in te plannen en voort te zetten als mensen eenmalige donaties doen, omdat op deze manier de steun per periode erg kan verschillen. Het is fantastisch dat u sowieso een paar vaccins wilt steunen en daarom zijn wij hier vandaag. Om de onduidelijkheid hierover weg te halen en van u toch de hulp te krijgen die nodig is en die u ons bovenal wilt en kunt bieden. Als ik u hier mag noteren, dan kunt u thuis nog even rustig nadenken met hoeveel en hoe lang u ons wilt helpen én kunt u vervolgens met ons contact opnemen via dit nummer. U blij, wij blij én vooral ontzettend dankbaar voor uw steun, die zo hard nodig is. Zullen we dat doen?

 

 

Ademloos

/ September 18, 2016

JoarkNooit heb ik het boek eerder durven lezen, nooit heb ik de confrontatie aan durven gaan en er open voor gestaan. Nooit heb ik het willen weten; 2 levens, waarvan 1 verloren en 1 herboren, onvoorwaardelijk met elkaar verbonden. Zo ver van mij verwijderd en toch zo dicht bij, rakend en meer dan dat tot het diepst in mijn hart.

Angst, verdriet, pijn, geluk en liefde, het leven, strijden voor elkaar, elkanders en eigen dromen, leven voor het allermooiste wat er is, het leven met al zijn kwade, boze, oneerlijke en geweldige, mooie kanten en onvergetelijke momenten, alleen, maar vooral samen met diegene(n) die je onvoorwaardelijk lief hebt en er altijd voor je zult en zullen zijn, zoals jij voor hem en hen.

Er is slecht één overeenkomst, één klein genetisch detail dat mij uiteindelijk hoogstwaarschijnlijk op eenzelfde spoor en uitkomst zal brengen; delta 508 oftewel CF (Cystic Fibrosis).

Toe aan weekend!

/ September 16, 2016

Dikke, grijze plakkaten bedekken de hemel. De scherpe zon steekt en prikt er af en toe doorheen, wat voor een oogverblindend effect zorgt. Mijn zwarte, luchtige shortje en topje heb ik verruild voor spijkerbroek en gestreept truitje. Zal de herfst nu echt gaan doorbreken na al deze prachtige nazomer dagen? Stiekem hoop ik van wel, want het (zon)licht brandt en doet mijn huid kleuren als een kameleon, in niet alle gewenste kleuren, maar slechts één, die weer onderverdeeld kan worden in gradaties van kleurintensiteit en bijbehorende gevoeligheid. Ik vervel en hopelijk is dat voor nu even de laatste hagedisperiode van dit seizoen. 

Ik zit in de trein en ik vergeet bijna dat het vrijdag is als de trein geheel volloopt met mensen die het weekend tegemoet gaan. Ik verlang naar huis, een warm thuis, gezelligheid en meer, maar eerst slapen, eten en liggen of misschien eerst dat tweede; eten.

Mijn hoofd lijkt leeg en rustig, net als mijn lichaam. Een lichte hoofdpijn dat mijn hersenen in doet krimpen en aangeeft dat het in ieder geval voor nu genoeg is geweest. Niet eerder hebben doordeweekse werkdagen zoveel met mij gedaan als voorheen, niet door studie of werk, maar juist door dat niet te hebben, wel te willen en verlangen, maar niet te kunnen onder de voorwaarden en grenzen die mijn lichaam mij opgeven. 

Dag lieve Cappuccino,

/ September 6, 2016

Ik heb je op! Je helemaal toegeëigend en verslonden, opgeslokt en van je genomen. Jij, bestaande uit koffie, melk en room met een vleugje vanille. Ik ben verzot op je geraakt. Nee, je bent er niet 1 uit duizenden die ieder 4,- per stuk kosten bij de DE. Nee, jij was uniek, omdat jij, alleen jij, mijn buikje op dat moment wist te verwarmen dat ik het nodig had, zoals een warme kruikje dat vroeger zou doen toen ik klein was. Ja, jij, jij alleen was het meer dan waard, lieve Cappuccino!

Lichtjes verwarm je mijn buikje, terwijl de aroma’s, your creamy, sweetness, those goodness, nog proefbaar is. Just taste it, experience it and nothing else! You just gave me what I needed en dat is meer dan alleen maar o.a. je kalmerende warmte en genot in smaak. Dat ene zen momentje. Je geeft mij dat extra’tje wat ik zoek (en dan heb ik het niet over de cafeïne), maar even nergens anders kan vinden; een warmte waar ik op kan terug vallen als ik het even niet meer weet of moeilijk vind en mij dat geeft wat ik dan even nodig heb om verder te gaan.

Het is 16.00 uur en de bus heeft mij gebracht waar ik moet zijn. Vele kluisjes in vele kleuren, die ieder tot een leering behoren, passeer ik voorbij. Het pad dat ik doorloop brengt mij naar waar ik moet zijn, het kamertje van mijn coach, die tevens zorg coördinator is. Om eerlijk te zijn, geen 1 van die eigenaren van die kluisjes zal een leerling van mij zijn of worden zoals gepland. Mijn coach zal niet mijn coach en collega zijn, zoals ik wenste haar als begeleider te hebben. 

De school is leeg en verlaten, slechts de tekeningen op de muur bewijzen de aanwezigheid van de vele leerlingen, die hier bijna iedere dag aanwezig zijn, alleen niet na 4’en. Een gelijksoortige koelte en afstand lijkt het mij te geven, dat voorheen niet het geval was.

Trots, zeker en dankbaar, maar toch zo beladen dat ik deze (leer)school zal verlaten en heb verlaten, terwijl het, komende vanuit diep, zo goed voelt en is dat ik het eindelijk los kan laten en mijn eigen weg kan inslaan. De tijd is eindelijk rijp en gekomen. Het is mooi, maar ook zo beangstigend en confronterend tegelijkertijd. Mijn studie heeft mij (direct en indirect) gebracht waar ik nu ben en misschien wel behoor te zijn. Ik ben afgestudeerd in mijn eigen specificaties, die ik nu verder ga ontdekken, ontwikkelen, verfijnen en verfraaien als een ruwe diamant die zijn plekje heeft gevonden.

Misselijk van alle emoties die eruit willen, maar die ik nog zo probeer te onderdrukken. Nog even en ik ben weer in Leeuwarden, nog even en dan kan ik mijn tranen laten lopen zonder enig verbaasd en verward publiek te krijgen. 

Pure chocolade

/ August 10, 2016

Ik heb mijn favoriete plekje in huis gevonden, het raamkozijn. Nu nog even een kussentje, een grote kop thee en nestelen maar…

Ik heb trek in chocolade! Ben even weg! [een onderbreking van enkele minuten…] Gevonden! Verstopt voor papalief, maar ik ben nu de dief [gheghe]. Owh wat is dit lekker! Ik ontspan gelijk, eindelijk. Hoezo eindelijk, vraag ik me af?! Ik heb vakantie!

Mijn moeder is erbij gekomen en doet mee aan mijn quilty pleasure! Ik voel me gelijk energieker, pure chocolade! Heerlijk! Morgen een nieuwe lading antibiotica halen. Ik heb er even geduld voor moeten hebben, maar hup, hup we zijn er bijna lief lijfje van me! Ik geloof het!

Mijn dagen zijn buiïg, niet in humeur maar op fysiek gebied. Soms kan ik me zo akelig en ellendig voelen, een uurtje, een middag of hele dag. Alle variaties zijn mogelijk. Wat ik voel? Ik kan het niet omschrijven, maar soms kan ik alleen maar huilen van het gevoel dat in me lichaam rond circuleert en even geen uitweg weet te vinden. Het is mijn lijfje, die soms zijn houding niet weet te nemen.

Jah, ik ga nu weer wat doen. Er is weer wat energie vrij gekomen en die ga ik gebruiken.

Bye bye en lieve groetjes!

Older